Verhalen: Op een Spaanse berg

Ik ben geen Sauternes drinker. Geef mij maar Monbazillac. Iets anders is koken ermee. Dan is het omgekeerd, dan is dat zoete van Sauternes totaal niet storend.

Martin Walker was het met mij eens. Die at ooit bij mij, toen hij een tijdje in het vakantiehuis van een gezamelijke vriend zat, in een dorpje bovenop een Spaanse berg, waar ik woonde. U kent hem niet, maar wel zijn opa. Dat zit zo. Lang geleden erfde hij de grootste brouwerij van Engeland én dat concern van Johnnie Walker, Gordon's gin enzovoorts. Dat concern verkocht hij voor 4,3 miljard, en binnen een jaar werd het doorverkocht voor 4,8. Dat heeft hem zijn leven lang dwars gezeten. Maar goed. Zijn opa kwam bij hem logeren daar in Spanje. Dat was in de 70er jaren en die man was in de 90. Johnnie. Hoe liep die er dagelijks bij? Zie het etiket van Johnnie Walker.

Die gezamelijke vriend van Martin Walker en mij, dat was John Salvi. Wijnhandelaar. Zie het voorwoord van het Penguin Book of Wines. Een oudere editie. John was bezig de mededeling daarin, dat hij op een wijnreis door Italië twee kilometer op een liter deed, eruit te krijgen. "I have a jewish lawyer".

Je zag John dikwijls in de kroeg, in de lorum, in een korte broek, echt erg Engels, en met één behaarde kloot uit een broekspijp hangend

Een aardig verhaal. Toen John de eerste keer in dat dorp was, gingen ze met de kinderen eten in de plaatselijke kroeg. Oude huizen hebben altijd een stal beneden, dus de tent was op de eerste verdieping. Brood bij het eten, en de kinderen vroegen om boter. John sprak toen nog geen Spaans en is het type niet om een woordenboekje mee te nemen. Van Italiaanse familie dus hij sprak wel Italiaans dus die boter vroeg hij in het Italiaans. Burro. Grote verbazing. "Voor de kinderen!" Na een tijdje kwam er iemand de trap op, en naar beneden wijzend zei die "Burro!". Nu was de verbazing voor John. Naar beneden. Daar stond een ezel. Burro in het Spaans.

Nog een aardig verhaal. Een bekende broodje aap: die mensen waarvan op vakantie rondrijdend in Spanje de oude moeder plots sterft. Wat te doen. Achterin de stationcar gelegd, onder een deken. Gestopt bij een politiebureau en naar binnen. Naar buiten: auto gejat. Dat is dus géén broodje aap want die oude moeder was de moeder van Pamela, de vrouw van John.

John vindt je als je zoekt op "The Count of Wine, a hedonistic autobiography". John wordt in recensies van dat boek omschreven als "colorful and bubbly".

Ooit in dat Spaanse dorp, voordat ik John kende, stonden er vier vervuilde kinderen aan de deur. "Can we have some food please". Die hadden mij met een buitenlander Engels horen praten en waren me achterna gelopen. Dat waren de kinderen van John. Ondervoed want hij lag zowat de hele dag dronken op bed. Vervuild want ze moesten zich wassen in een bodempje water in het bad, alle vier in hetzelfde water. "He rations us on toilet paper". Met enig gevraag de moeder kunnen bereiken. "Houdt u de kinderen maar bij u; we komen ze ophalen." Later John aan de deur. Smal straatje, hoge gevel, hij moest ver omhoog kijken en flikkert achterover op de keien. Toen ik hem later eens ontmoette wist hij dat niet meer.

Ooit hertrouwd met een feeks, twee kinderen, heeft die kinderen mishandeld, alletwee aan de drugs geraakt.

Een Spaans dorpje in de bergen.