Verhalen: Lamsvet

"Je kan Gazpacho manchego eigenlijk overal mee maken" zei de eigenaresse van Levensmiddelen en Koloniale Waren Het Paradijs (drie vierkante meter kratten en dozen), "behalve met varkensvlees of lamsvlees."

Dat varkensvlees, daarvan begreep ik de joodse herkomst, maar dat lamsvlees niet. Doorvragen. Nee, dat was te vet. Ik zeg: "Chilindrón de cordero is toch ook niet vet?" Chilindrón: lamsstoofvlees. Nee, dat was wel zo ja. Maar toch deed je dat niet, gazpacho met lamsvlees. "Ik weet ook niet waarom."

Jaren later werkte ik in de Pyreneeën als herder. Dáár kwam ik erachter, achter dat lamsvlees.
Die herders eten vaak Migas, kruimels. Migas de pastor, kruimels van de herder. Zie Verhalen » Migas.
Je krijgt van de baas eens in de zoveel dagen enorme broden, en na een dag of drie zijn die te droog geworden. Daar worden dan heel dunne plakken van gesneden, die plakken in snippers, en die snippers worden opgebakken met wat olijfolie en knoflook, eventueel met wat ham en/of slakken en/of tomaat (daarover gaan ze op de vuist, over hoe het wel of niet moet), een scheutje water erbij, droog en rul bakken en dan met z´n allen rond de pan, een soort enorme wok met een lange steel, want het wordt in de haard gemaakt. Elk met een houten lepel waar je tegen de wand van de pan die kruimels in drukt. Je eet er ijskoude blauwe druiven bij. Erg lekker.

Maar nu dat lamsvlees. "Als je het goed doet," zei zo´n herder, "dan moet je in de olie eerst wat reuzel en wat lamsvet uitbakken. Die reuzel, dat is omdat de Moren dan je eten niet jatten, en dat lamsvet is tegen joodse dieven."

"Want ieder die vet eet van het vee, waarvan men een vuuroffer brengt voor de Here - wie dat eet, zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden." Leviticus 7:23.

Een grote pan met migas.