Kletsmajoren: Bretels

De gevel van een typischs Brussels café, A La Mort Subite, met reclames voor Brusselse biersoorten.

(Foto's: Brussel.)

Tegenwoordig draag ik bretels. Ja, want m'n broek blééf maar afzakken. Ik werd namelijk gebeld door Anka, van de redactie van Bouillon!. Over hoe ik niet en hoe ik wel moest schrijven! Godsammekrake!

Zegt ze "Jij schrijft wel eens over die Sylvia Witteman. Nou dat vind ik erg oppervlakkig allemaal. Weinig diepgang. Als je zó schrijft dan kan je je niet stoten. Weet je wat pas goede culinaire journalistiek is? Janneke Vreugdenhil!"

En toen zakte m'n broek dus af.

Ik vind Bouillon! een goed initiatief, en dat in het land van ongelofelijke shit-kooktijdschriften en shit recepten in de krant, maar niet meer dan dat. De content is nul keer niks, en je moet natuurlijk niet zeggen dat die Janneke Vreugdeloos, die nou echt helemaal niks anders kan dan oftewel na-pennen en na-lullen, oftewel culinaire enormiteiten debiteren, dat die goeie culinaire journalistiek bedrijft.

Ik heb het natuurlijk direct aan Sylvia doorgebriefd, en ze reageerde met "Ik schrijf al een paar jaar niet meer over eten. En oppervlakkig was het nooit. In tegendeel." En dat klopt.

Anka: "Waarom zouden we jou in Bouillon! laten schrijven als je zo kritisch bent?" Kijk, dat bedoel ik. Ik bedoel: wat is beter, uitdagende stellingen, of in slaap susserij over "Het wordt lente" en "Volwassen worden"?

Een tafeltje op een terrasje, met een flesje Geuze erop.

Ik heb in Kookenz op zeker 40 zaken in Bouillon! kritiek gehad. Hoeveel zijn er daarvan betwist, om over weerlegd nog maar niet te spreken? Inderdaad. Nul.

"Als je zo schrijft dan kan je je niet stoten", Jezus. Sylvia Witteman hééft zich nog nooit culinair gestoten, ondanks dat ze niet oppervlakkig schrijft. Die Vreugdeloos die doet niks anders dan oppervlakkig schrijven en zich desondanks als een botsauto stoten...

Bouillon! en Mangiare!: één pot nat schreef ik ooit. Mangiare! is trouwens nóg erger. Een of andere kwetter-Italiaan laatst, kookboeken had ie geschreven, directeur van het Hilton, toe maar toe maar. Maar die weet dus niet dat je vitello tonnato niet met tonijn maakt maar met bonito, skipjack. Maar wel een uur lang kwaakkwaak hoor mij eens. Dio cane, putana madonna...

Kijk, ik zal het nóg eens uitleggen. Wat koken is. Ik wil bijvoorbeeld kruidkoek maken, iets wat ik nog ooit heb gemaakt. Dat héb ik natuurlijk wel, maar daat gaat het nou niet om.

Recepten opzoeken en ik weet uit Dijon dat het met roggemeel moet, dus ik kijk enkel naar die recepten (Pain d'épices lijkt technisch erg op Plum pudding, wist u dat?) Op mijn gevoel kies ik een bepaald recept, en op mijn gevoel pas ik het aan. Resultaat: perfect. Daarna notenbrood. Nadenken nadenken. Resultaat: perfect. Daarna gemberbrood. Zelfde verhaal. Vijgenbrood, u raadt het al. Dat laatste was zelf bedacht, en daarna kwam sukade-brood met citroenhoning en schilletjes-brood met oranjebloesem-honing enzovoorts.

En dat is allemaal wat anders dan -Mangiare!- door een verre streek lopen, vruchten zien die je niet kent, en daar dan over gaan schrijven alsof het iets enorm speciaals is ("Ahoezihkoet noemen ze het!"), terwijl Nashi peren hier op de markt liggen, maar dat weet je niet want je bent een culinaire dumbo. Of -Bouillon!- "Kijk, dat is apart, een gerookte schelvis!" Foto van een makreel.

Maar goed, Bouillon! ging Lamsvet van me publiceren en daarna weer niet, de zeikerds. Ik heb het maar hier gezet, onder Verhalen.

Een tafeltje op een terrasje, met een glas witte wijn, borrel-zoutjes en de krant Le Soir.