Handboek Rond de Franse Keuken:
Dijon

Ik zou geen ander voorbeeld kunnen noemen van een stad die beroemd is om drie gastronomische producten. Mosterd, Crème de cassis, en kruidkoek wat daar Pain d'épices heet en wat kruidbrood betekent.

Fisher schrijft in The Art of Eating dat ze in Dijon de mosterd rook, op de hoek bij Grey-Poupon. Dat ze er de cassis rook in de herfst. En dat ze overal en altijd de kruidkoek rook. "Ga je naar Dijon? Ruik het voor mij!"

Mosterd niet alleen van Grey-Poupon, maar natuurlijk ook van Maille, en van -wat mij betreft de beste- Edmond Fallot.

De Crème de cassis is niet alleen van smaak beter dan namaaksel van elders, het is ook veel sterker, en daarom veel mooier in Kir (maar probeer ook eens Kir met Boomsma Vlierbessen! Kier!).

Die kruidkoek rijpt er minstens een jaar, verpakt in olie-papier. Laat ik hier vermelden dat ook de kruidkoek uit de Elzas beroemd is. In La Gastronomie Alsacienne staat een essay van zes dik bedrukte pagina's over deze kruidkoek, die in allerlei vormen wordt aangeboden, maar wel uitgevoerd in zeer strikt tot op de centimeter omschreven maten.

Fallot maakt natuurlijk Moutarde de Dijon, maar ook de Meaux en de Bourgogne. Meaux vind ik de lekkerste, Bourgogne vond ik nog niet. En ze zitten in Beaune, dus ze maken op de eerste plaats Moutarde de Beaune, gewone en grove. In de Moutarderie, door de Moutardier.

(In de etymologische hoek van Frans mout en Nederlands mout zit ook ons most. Mout: moutarde, most: mosterd. En bedenk dat wat je met gerst doet om mout te maken hetzelfde is als wat je met dat mosterdzaad doet om mosterd te maken. En trouwens: vroeger werd Franse mosterd met most gemaakt, paarse mosterd. Pas later van mosterd-mout, gele mosterd.)