Handboek Rond de Franse Keuken:
Châteaux

De wijnhandelaar John Salvi (The Count of Wine, a Hedonistic Autobiography) heb ik de eerste keer In Spanje ontmoet, en door hem heb ik de Médoc leren kennen. Toen ik in Arsac woonde nam ik zijn kinderen vaak mee naar het zwembad van Château Monbrison; de eigenaresse was met John bevriend.

Op Monbrison heb ik Martin Bamford leren kennen, ook een wijnhandelaar, en de uitvinder van de vacuvin en van die dubbelwandige plexiglazen koeler.

En via John heb ik Charles de Guigné leren kennen, de toenmalige eigenaar van Château Sénéjac, waar ik later heb gewoond. Charles was Graaf van Sénéjac. Op een feestje op Sénéjac was de vriendin van Charles aangeschoten. "Beken het Charles! Je hebt een maitresse!" -"Hoe kan ik een maitresse hebben, schat? Ik ben niet eens getrouwd!" Op Sénéjac kwamen mensen als prins Charles en Andy Warhol.

De dochters van John Salvi gingen dus zwemmen op Château Monbrison, en veel later dronk ik met een van die dochters een fles Monbrison. Dat was in La Provence in Zaltbommel. "Er woonde op Monbrison een erg aardige man, oom Martin. Na het zwemmen mochten we altijd op zijn schoot komen zitten." En na even nadenken "Oops...".

Ze was opgegroeid tussen de wijngaarden van Château Sénèjac, waar haar vader toen woonde in een druivenplukkershuisje, aan lager wal geraakt. Later heb ik een tijdje in het kasteel gewoond. De trap naar mijn appartement was achter een geheime deur in een wand die met een chinoiserie was beschilderd. Je moest bij een Chinese dame op haar tepel drukken.