Namen

Indonesische mie van het merk Atoombom.

"Mie Origineel Merk Atoombom"

Doodstil

Iedereen denkt dat de naam van dat dorp geïnterpreteerd moet worden als dood-stil. Nee. Doods-til. De til van Dood, de brug van Dood.
Zo heb je ook het dorp Briltil, en in de stad Groningen de Steentilstraat.

Dood en De Dood zijn familienamen die vroeger meer voorkwamen. Onder Nijmeegse studenten ging in de zeventiger jaren een telefoonnummer rond. Als je dat belde dan sprak een trage bromstem "Met De Dood... In de Tijgerstraat..." Ik heb dat nummer jaren later nog eens gebeld. Een vrolijke stem sprak "Met mevrouw De Dood". De Dood was dood.

Een hefbrug heette een klap. Vandaar de naam van het gehucht Fraamklap. Lang geleden was daar nog een vaste brug. Toen heette het gehucht nog Fraamtil.

Peruaanse pof-mais merk Plebejer.

Peruaanse pof-mais "Plebejer"

"Couperus is goed in namen" schreef Karel van het Reve ooit. Dat klopt. Eline Vere, eerste bladzijden: Frédérique en Etienne van Erlevoort, Paul en Betsy van Raat, Lili Verstraeten, Georges De Woude van Bergh, mevrouw Van Rijssel, Emilie en Cateau van der Stoor...

Twee dingen. Soms lukt het Couperus niet zo best. Hoofdstuk 10 van De Kleine Zielen: Van der Welcke, Addy, Marietje, Van Saetzema, Ruyvenaers. De namen zijn trouwens door het boek heen inconsequent gespeld.
Vestdijk lukt het nooit. Ina Damman (die naam alleen al), eerste bladzijden. De plaatsnamen Lahringen en Uitschoten. De concierge Peek. De leraren Horsting, Greve, Couvée. De leerlingen Jelle Mol, Max Mees, Jan Breedevoort, Dirk Touraine. De straatnamen Hamerstraat, Tuingracht, Singellaantje, Stadstuin. Het zijn namen uit een jongensboek. Dat is het ook feitelijk, maar dat is een slechte reden.
(Later las ik nog Op afbetaling. De hoofdpersonen heten Grond en Grewestein.)

In De kleine zielen treedt ene tante Constance op. En ook een Mathilde. Niet als tante, maar wel bijna: "Dien avond zei Gerdy tegen Constance: - Tante... Mathilde heeft zich van middag als een gek aangesteld..." en "- Heusch, tante, Mathilde heeft zich van middag als een gek aangesteld...". Het kan niet anders of hieruit komen die "Tante Mathilde en tante Constance" van Drs P.

En die Klaasje uit die Kleine zielen, die komt uit Klaasje Zevenster, dat kan niet missen. Die kwamen beiden op een vreemde manier aan hun naam. Zevenster: "Tweede hoofdstuk; Waarin de namen van de hoofdpersonaadje bepaaldelijk vastgesteld en de beschrijving van een belangrijk huisgezin gegeven wordt." "Er volgde eenig gelach, vervolgens een korte stilte, op de mededeeling van Van Zevenaer. - 'Maar dan deugt de naam van Nikolaas niet,' merkte eindelijk Eylar aan. - 'Niet volkomen,' zeide Van Zirik. - ''t Is toch jammer,' zeide Donia. - 'En ik weet dien naam in 't Hollandsch niet te vervrouwelijken,' zeide Hoogenberg. - 'Wij zullen tot het Fransch onze toevlucht moeten nemen,' hernam Donia, 'en 't kind Nicolette noemen.' - 'Dat behoeft niet,' zeide Bol: 'Klaasje is een zeer goede, echt Hollandsche vrouwenaam.' - 'Voor een boerin, ja,' zeî Van Zirik. - ''t Hoeft geen prinses te worden,' zeî Van Zevenaer: 'en ter plaatse waar ik het kind ga brengen zal de naam van Klaasje beter klinken dan die van Nicolette.' - 'Fiat! het zij dan Klaasje,' zeide Eylar, 'al klinkt de naam niet briljant.'"

De kleine zielen (een wat moeilijke tekst): "Er zaten rondom de tafel een zestal jongeren: Adèletje, Gerdy, twee meisjes; Constant en Jan, Piet en Klaasje: drie jongens, en de laatste baby, een meisje, die Gerrit, de drie laatste, zoo had genoemd, uit ergernis om de heel mooie namen der anderen: Alexander, Guy, Geraldine, uit Adeline's familie, terwijl Marie en Constant die waren van mama en papa Van Lowe."

En zoudt gij soms uit Tollens komen, O rupsje zonder schromen? "En een rups, die nog daareven
Met en naast hem kroop langs de aard,
Zag verbaasd die wondre vaart,
Worstelde om hem na te zweven;
Maar, gekluisterd in haar schel,
Kroop zij, zonder medgezel
Over het gehele werk
Doch bij 't volgend ochtenddagen,
Zie, daar woelt ook zij zich los;
Klapwiekt over veld en bosch,
Ook de windslen afgeslagen
En gekleed in rijker dos.
En in 't fladdrend opwaart stijgen,
Zien ze elkander schooner weer,
En zich parende als weleer,
Strijken ze op dezelfde twijgen
In denzelfden lusthof neer."

Bert Baxter, die beetroot sandwiches in bed eet. Zijn naam komt van Baxters Sliced Beetroot.