De roodharige alcoholist

In een verhaal over Popper, over falsifieerbaarheid van een uitspraak als argument voor de bruikbaarheid ervan, laat Karel van het Reve de roodharige alcoholist optreden. Je mag zeggen dat je denkt dat alle roodharigen alcoholist zijn omdat je je kan voorstellen dat er niet-alcoholische roodharigen bestaan; omdat anders gezegd die roodharige alcoholisten te falsificeren zijn. Maar je mag niet zeggen dat God bestaat, omdat je je geen bewijs van het niet-bestaan van God kan voorstellen. Je mocht honderd jaar geleden zeggen dat alle zwanen wit zijn omdat je je zwarte zwanen kon voorstellen. En die zwarte zwanen bleken te bestaan. Als ik het goed heb zwommen ze in het Sentani-meer.

Het verhaal van de roodharige alcoholist gaat ongeveer als volgt, althans zo heb ik het onthouden. Een excentrieke Amerikaan looft een grote premie uit voor de wetenschapper die kan bewijzen dat de theorie van die Amerikaan klopt: alle roodharigen zijn alcoholist. Uiteindelijk kiest hij uit het hem toegezonden materiaal niet één maar twee onderzoeksvoorstellen. De eerste wetenschapper is een socioloog die enthousiast aan het werk gaat en met regelmaat berichten stuurt in de trant van "Ik heb er al 50.000 gevonden!". Als die onderzoeken zijn afgelopen blijkt hij er honderdduizenden te hebben beschreven. Dan komt de tweede wetenschapper, een echte wetenschapper, met het resultaat van zíjn onderzoek. "Uw theorie klopt niet. Ik heb één roodharige niet-alcoholist gevonden."

Ik heb weinig op met het soort wetenschappers als die socioloog. Maar er zijn dingen die enkel op hun manier kunnen worden onderzocht. Zoals de onderwerpen van dit verhaal: emotie, gevoel, kunst. Ik verzamelde een enorme berg citaten.

Wittgenstein: "Een boek moet een verzameling voorbeelden zijn."

En: het begon allemaal met een discussie.
"Kunstenaars drukken gevoelens uit."
-"Gelul."