Couperus en eten en drinken

Noodlot

Het was niet veel wat Annie daarna op tafel zette: de restandjes uit de proviziekast van een steeds uithuizig jongmensch, wat kouden beefsteak en slâ, wat beschuit en jam, maar het zweemde toch naar een souper en Bertie deed het groote eer aan, systematisch langzaam en bijna onverschillig etend en drinkend, wasemend warmen grog, zonder den honger, die in zijn lichaam eene nijpende leêgte groef, te laten blijken.

Ook thuis vond Frank hem een eenig amuzement: Bertie, die met een paar lieve woordjes Annie en haar man, Franks oppasser en butler, voor zich had weten te winnen, gooide alle meubels dwars door elkaâr in een grillige wanorde, kocht beelden, groote palmen en Oostersche stoffen en herschiep de ongezelligheid van vroeger tot een artistiek comfort, dat tot luizijn uitnoodde: een half donker licht, ruime divans; de, met Egyptische pastilles en fijne cigaretten doorgeurde, atmosfeer van een alkoof, waarin alle gedachte wegdommelde en het oog half geloken bleef hangen aan de naakte vormen der beelden, opbronzend onder het groen der planten. Des avonds waren het daar festijnen, orgieën met enkele uitverkoren vrienden en enkele uitverkoren schoonen: twee dames van een skating-rink en een figurante van een theâter, die met hare vermillioenen lipjes genoeglijk rookten en dronken op Bertie's gezondheid. Frank amuzeerde zich als een koning om Bertie, die, in eene diepe minachting voor het vrouwlijk geslacht, ongevoelig voor haar drieër bevalligheden, ze voor den gek hield, ze plaagde, ze tegen elkaâr ophitste, tot zij elkaâr bijna de oogen uitkrabden, ze ten slotte champagne goot in heure gedecolleteerde lijfjes.

- Ach, ik zeg je: nu eens hier en dan eens daar! antwoordde Bertie, met het eenvoudigste gezicht ter wereld en op nieuw netjes, zeer zorgvuldig, de pink in de lucht, slurpte hij zijn zestal oesters naar binnen, zonder een woord meer over de zaak.

Nu zag hij de orgies van vroeger zich herhalen, beneden, in de groote achterkamer; hij zag de schaterrinkjes en Frank en hij zelve wierp weêr champagne in hunne lijfjes, en zij lachten en zongen.