Couperus en eten en drinken

Eline Vere

Afgetobd vielen de artisten neer in de gemakkelijke stoelen der ruime serre, waar een koud souper verscheen, een kalkoen, sla, een taart, champagne.

Zwijgend lepelde Henk zijn soep en at zijn vischpastei, een enkele maal Jeanne en Emilie met een paar woordjes bedienend of inschenkend. [...] En zij bedankte Henk voor de zwezeriken met asperges, die hij haar aanprees.

Deze betiteling sloeg op de vier Van Rijsseltjes, die binnenstormden, Nico met een oorverscheurende trompet in zijn mond. Zij kwamen ieder zijn sinaasappel met wijn en suiker binnen eten; mevrouw Van Erlevoort nam Nico naast zich, bereidde zorgvuldig zijn dessert en de blonde guit was weldra bezig, met van sap druipende lipjes, de gesneden stukjes af te zuigen, nu en dan toeterend op zijn trompet. Ernestine, Johan en Etienne prikten van ééne schaal om het gauwst, en hunne vorken verwarden zich in elkander, onder een luid gelach, terwijl Freddy aan Otto opsomde, wie er alzoo kwamen dien avond, bij de Eekhofs.

Hij had een paar flessen St Emilion uit een kast gehaald.

...ook mevrouw Van Raat en Paul, geïnviteerd op oesters ...zijn mond [die] vol gelei en room zat van de taartjes.

Ik zie je al op een klein bovenhuis met zeker eens in de week een biefstuk, hè?

Gerard ging rond met een zilveren blad vol glazen, wijn en sorbets, daarna met twee grote porseleinen schulpen vol gebakjes. - Wil u een sorbet, mevrouw, en een taartje? vroeg Eline aan mevrouw Van Raat, wat verlaten op de canapé, nu en dan glimlachend tegen het vroolijke troepje der jongelui, die elkaâr kaart legden.

Op het grove, witte tafellaken verhieven zich stapels van broodjes, met schalen vol kersen en aardbeien en een grote kom vol room tussen twee blonde tulbanden.

...en er verscheen een grote bowl lichte rijnwijn, geurig van aardbeien en frambozen.

...bracht Vincent zijn chocolade en zijn kadetje

Gerard, de knecht, bracht de vleesschaal binnen... -Je vergeet de jus, Gerard, zeide Betsy kort.

...opende een eitje voor Tina en sneed haar boterham.

...waar zijn ontbijt hem wachtte. Hij had honger en behaaglijk wendde hij een blik over de koude kip en over de fles Hochheimer [een Riesling Kabinett Trocken]. Hij nam echter eerst uit de kast, die open was, een paar rauwe eieren en klutste geel en wit, fluitend, in een glas cognac samen. ... Daarna zette hij zich neer en begon de kip, mals en blank in haar gestolde, gouden gelei, te snijden.

...zij roerde haar soep even aan, at geen vlees en nam slechts kieskauwend een stukje eend en sla, maar zij wenkte Paul telkens, dat hij haar zou inschenken, want zij had dorst.

...eigenlijk zou ik goed doen met naar mijn coteletten te gaan kijken. [...] ...en de wijn werd overgegoten in twee kristallen amforen met zilveren kettingen. [...] De pasteitjes waren heerlijk, de coteletten heerlijk, de chocoladepudding heerlijk!

Lili klaagde aan mevrouw Verstraeten over haar vleeschhouwer en haar boterboer en Marie riep uit, dat ze wanhopig vervelend werd met dat getob over haar huishouden. Maar Lili verdedigde zich: ze tobde niet, maar ze wilde zich niet voor den gek laten houden door hare leveranciers...

- Heeft u iets noodig, kan ik iets voor u doen? - U is heel vriendelijk, maar heusch, ik heb niets noodig. Of ja toch, toe laat u wat ijs voor me halen. Ik heb zoo een dorst. - Een caraffe frappée? - Liefst een stuk ijs. - Heeft u koorts? - Neen, maar ik hoû er van stukjes ijs in mijn mond te nemen. En denkt u er om dat ik niemand kan ontvangen? - Goed. Ik zal dadelijk voor het ijs zorgen. Maar ik mag zeker de stores wel neêrlaten?